Wij gaan naar Australië. Waaaahhh! Hoe vaker wij eraan denken, hoe enthousiaster we worden. Australië! Kangoeroes, outback, palmstranden, koala’s, wereldsteden en zelfs pinguïns: here we come! Geen woorden beschrijven hoe vet we dit vinden. Australië stond dan ook al lang op onze wishlist. En nu hebben we eindelijk de knoop doorgehakt. In juli en augustus gaan we down under!

Het begon natuurlijk allemaal met een idee. Een idee dat we trouwens al een paar jaar hebben, maar het komt er nooit van. De vliegtickets naar Australië zijn immers duur. Zucht. Maar goed, we bleven zoeken. Je weet het nooit. Een tijd geleden vonden we relatief goedkope tickets naar Singapore, via Abu Dhabi. Singapore is natuurlijk een gave stad en ook nog eens ideaal als uitvalsbasis naar landen in Azië of Oceanië. We boekten de ticket. De zomer van 2017 zouden we dus sowieso in Azië spenderen, maar waar zouden we vanaf Singapore naartoe vliegen? Uiteindelijk bleek het Australië te zijn. Een retourtje Gold Coast (vlakbij Brisbane) om precies te zijn. De knoop is doorgehakt. Heerlijk.

Nu kon het invullen van de reis beginnen. En daar zeg je wat, want zo makkelijk is dat nog niet. Australië is een mega groot en afwisselend land. Maar het is ons gelukt. Yes!

We beginnen de reis met een paar dagen Singapore. Hier vliegen we met Etihad naar toe, vandaar dat we halverwege een tussenstop maken in Abu Dhabi. Na een paar dagen Singapore vliegen we door naar Gold Coast, een zonnige Australische plaats, één uur verwijderd van Brisbane. Er is veel te doen en zien in deze streek, maar omdat we hier later nog een keer komen vliegen we de volgende dag door naar Sydney.

Sydney is natuurlijk de meest bekende stad van Australië. Het Opera House, the Harbour Bridge en Bondi Beach; we gaan het allemaal bezoeken. Op een fiets. Want we blijven Nederlanders 😉 .

Vanuit Sydney vliegen we naar Uluru Airport. Het vliegveld vlakbij de iconische rots in de outback van Australië. Veel mensen vliegen op Alice Springs, maar dit was voor ons duurder en door te vliegen op Uluru hoeven we ook geen uren te rijden naar de Uluru zelf. In de Australische outback gaan we vijf dagen roadtrippen. Iets met slapen onder een sterrenhemel in een tent (hopelijk) en kampvuurtjes (hopelijk).

Uluru ligt in het (rode) centrum van Australië. Daarom staken we onze roadtrip tijdelijk en vliegen we door naar de volgende bestemming. Vertrekken was het goedkoopste vanaf Uluru Airport, maar een goede bestemming vinden was nog even lastig. Cairns, Brisbane of Townsville was duur. Als we op Sydney zouden vliegen, zouden we of een stuk moeten rijden, of nog een vlucht moeten maken. Dat was dus onhandig. Na lang zoeken hebben we uiteindelijk een ticket gevonden naar Melbourne. Ik hoor je al denken, waarom Melbourne. Het ligt ook totaal niet op de route. Maar we vliegen naar Melbourne, omdat we hiermee veel geld besparen. En er zijn pinguïns. Ook niet onbelangrijk.

De laatste vlucht maken we uiteindelijk naar Cairns. Vanaf hier gaan we een roadtrip langs de oostkust van Australië maken terug naar Gold Coast, een trip van 1700 km. Dit gaan we waarschijnlijk op de bonnefooi doen, omdat we nog niet weten waar we wel of niet willen stoppen. Wie weet pakken we Fraser Island mee, of nemen we een dag rust in Arlie Beach. We’ll see. Een ding is zeker; dit is in ieder geval een perfecte afsluiting van onze reis. Vanuit Gold Coast vliegen we namelijk weer terug naar Singapore, waar we nog een paar dagen blijven en daar vliegen we weer terug naar ons eigen kikkerlandje.

De komende maanden zullen we jullie op de hoogte houden van de voorbereiding van onze reis. Als jullie tips hebben, laat het dan alsjeblieft weten. Zo kunnen we onze reis nog leuker maken!

Ben jij wel eens in Australië geweest?

Foto links Red Centre
Foto rechts Uluru