24 december 2017. Na meer dan vijftig uur reizen, met meer dan vijf soorten vervoersmiddelen en drie landen verder, kwamen we eindelijk aan op de plaats van bestemming; het paradijselijke, Thaise eiland Koh Tao. Het kostte dus wat tijd, maar dan hadden we ook wat. Zee, strand, snorkelen, jungle, slapen in een boomhut en zon. Of tenminste, de eerste dag. Daarna begon het te regenen en dat stopte niet meer.
We waren voor deze reis al twee keer eerder in Thailand geweest. Echter hadden we er nog nooit een paradijselijk eiland bezocht. Daarom zijn we -direct na aankomst op Suvarnabhumi Airport- naar het station gegaan in Bangkok. Hier pakten we de nachttrein naar Chumphon, waar we vervolgens ’s ochtends de boot namen naar Koh Tao. Daar aangekomen reden we in een pick-up-truck naar ons fantastische hotel. Onze vakantie kon nu echt beginnen!
De eerste dag vierden we kerst op het strand. We waren met meer familieleden op reis en hadden lootjes getrokken. Na alle cadeautjes te hebben verdeeld, namen we een duik in de heerlijk verkoelende zee. Het snorkelen was tof, er was veel te zien. We aten tussendoor, dronken smoothies, genoten van het zonnetje en checkten af en toe het Nederlandse weer. Want even eerlijk; het is toch best leuk om te zien dat het -10 graden is in je thuisland, terwijl je zelf in het zonnetje zit 😉
We sliepen op Koh Tao in een boothut tegen een berg aan. Hier hoorden we letterlijk alles. Wind, vogels op het dunne dak, ritselende bladeren en tijdens de eerste nacht ook regen. Regen? Nee, het was eerder storm. En nu zijn we wat betreft Aziatische hoosbuien wel wat gewend, en het regenseizoen was al afgelopen, dus maakten we ons geen zorgen voor de komende dag.
Helaas. Er raasde een orkaan langs het kleine enie-mini-eilandje en dat hebben we geweten. De rest van de week regende, waaide en onweerde het bijna non-stop. Als het droog was namen we een duik in de zee, maar hier was nu geen vis meer te zien. Daarom speelden we de hele dag spelletjes. Yahtzee, ezelen… We hadden nu alle tijd.
Maar na een paar dagen hadden we hier toch wel genoeg van. Dit eiland draait om de zee, verder was er vrijwel niets te doen. En ondanks dat het mega-gezellig was met onze familie en nieuwe vrienden op het eiland hadden we toch ook wel weer zin in de zon. De weerfunctie van onze mobiele telefoons vertelde ons dat het snel mooier zou worden. We merkten daar niets van. We besloten zo snel mogelijk van het eiland te vertrekken.
En daar begon de uitdaging. Koh Tao is een eiland en het vaste land bereik je per boot. Hoe moesten we ooit heelhuids aan land komen? Extra uitdaging was dat er een tweede orkaan aan zat te komen. Timing was nu best belangrijk.
We kozen met behulp van de weersvoorspelling de meest droge dag uit. Op goed geluk reden we naar de haven, waar zowaar de zon scheen. We namen de snelste boot die er was (al ging die nog steeds best langzaam) en voeren richting het vaste land. Op de heenweg was het boottochtje prima te doen, maar nu…! We waren toch wel aardig ziek. En wij niet alleen. Alle passagiers waren niet lekker. De boot denderde wild over de golven en het water beukte tegen de zijkant. We waren blij toen we naar een uur aankwamen in Chumphon.
De zon scheen, het was ruim dertig graden. We reden naar onze favoriete plek in Thailand; Kao Sam Roi Yot National Park. De rest van de reis verbleven we op het vaste land. En terwijl de tweede orkaan langs Koh Tao raasde, zagen wij de mooiste dingen en zwommen we alsnog in de zee. Heerlijk!
Koh Tao was een heerlijk eiland. Veel hebben we niet gesnorkeld, maar de natuur is er grandioos. De onderwaterwereld is prachtig, de jungle fantastisch, en de lieve inwoners maken je reis eentje om nooit te vergeten. Toch waren wij blij dat we het eiland hebben verlaten. Maar een ding staat vast; we komen zeker nog eens terug en nemen dan het zonnetje mee.
Ben jij op Koh Tao geweest?
Één reactie Voeg uw reactie toe