Een heel goed idee vonden we het; twee nachten slapen bij een Russisch gezin in Irkutsk, de hoofdstad van Oost-Siberië. Tijdens de Transmongolië-Express wilden we ons namelijk graag verdiepen in de Russische cultuur om dit mysterieuze en interessante land beter te begrijpen. Dat we na een treinreis van meer dan vijftig uur konden bijtanken in een goed beoordeeld Bed & Breakfast; dat zagen we wel zitten. Er zaten echter wel wat haken en ogen aan dit avontuur.
Sergei -vader van het gezin en gastheer- stond ons op te wachten op het station van Irkutsk. We voelden ons wat schuldig, want onderweg hadden we een paar uur vertraging gehad en we hebben hem niet kunnen laten weten dat we later aan zouden komen. Gelukkig bleek Sergei nog wel te vinden op het station en hij vond het niet erg dat we later waren. Sergei was naar schatting een jaar of zestig; hij had in ieder geval een oudere uitstraling met zijn korte lengte, rimpeltjes, wandelstok, trage manier van lopen, grijze haren en bretels. We kwamen er al vrij snel achter dat hij geen Engels sprak, maar we begrepen hem prima toen hij gebaarde in welke auto we moesten stappen. Hij bracht ons in enkele minuten -terwijl hij alle interessante feitjes over Irkutsk en de omgeving met vage, enigszins begrijpbare termen probeerde uit te leggen- naar zijn huis. En… ook ons huis voor de komende twee dagen.

Sergei en zijn familie wonen in een soort hoge, industriële flat in het centrum van Irkutsk. Toen we voor het gebouw stonden bleken de deuren zwaar en van staal; ze doen denken aan een soort kluisdeur en zijn met geen mogelijkheid open te krijgen zonder sleutel of code. We volgden Sergej naar binnen, nadat hij de deur openmaakte met een code. Daar kwamen we aan in een kleine hal waar versleten trappen te zien zijn. Om bij Sergeis appartement te komen, moesten we eerst twaalf trappen lopen. Hoe Sergei met zijn wandelstok boven kwam -en ook nog eens best snel- is voor ons nog steeds een raadsel. De hoogste verdieping van de flat was van Sergeis gezin. Nadat we onze schoenen hadden uitgedaan in de gang liepen we de woonkamer in. Hier stonden Tatjana en de dochter van het gezin te wachten. Tatjana en de dochter spraken wel prima Engels, de achttienjarige had zelfs een tijdje in het Verenigd Koninkrijk gestudeerd. Tatjana liet ons zien waar we zouden slapen, waar de badkamer was en waar het ontbijt zou plaatsvinden. Het huis was een vrij gehorig en klein, en ondanks dat we zo stil mogelijk deden, we voelden ons vooral welkom. Het was rommelig in huis; boeken lagen verspreid over de vloer, de schattige honden lagen op de bank te slapen, het aanrecht stond vol met eten en afwas, en de badkamer stond vol met shampoo, scheermesjes, borstels en andere persoonlijke spullen. We moesten even onze draai vinden in dit huis. Het voelde hierdoor gek genoeg alsof we echt op bezoek waren en we wilden de gastheer en -vrouw zo min mogelijk tot last zijn.

Nadat we even hadden gerust op onze kamers, dronken we een kop koffie of thee. Tatjana bleek een vrij open vrouw -al helemaal voor Russische begrippen- en we kletsten gezellig even bij. De gastvrouw vertelde ons dat Sergei, met zijn stok, ’s winters wel drie keer per nacht op en neer gaat (dat zijn dus 72 verdiepingen, en dus ruim 700 treden) naar de parkeerplaats om de motor van de auto te starten, zodat die het niet begeeft door de kou. In Siberië, en dus ook in Irkutsk, is het in januari ’s nachts namelijk soms -40 graden Celsius. Tatjana vertelde ons ook meer over het leven in Rusland, over de reizen die ze heeft gemaakt en wat ze van Rusland, het Russische eten en van Irkutsk vindt. Met haar dochter praatten we over het Russische schoolsysteem en over de kunst die ze graag maakte. Het was eigenlijk heel gezellig en we hebben zo twee uur vol gekletst. In de tussentijd werd er met behulp van Tatjana en Sergei een plan voor de lunch en de aankomende middag opgesteld. In Irkutsk, waar veel kazakken wonen, eten ze graag een soort dumplings. Die werden ons dan ook aangeraden door Tatjana en Sergei. Natuurlijk moesten we daarvoor naar beste dumplingrestaurant van de stad, dus na een tijdje lopen kwamen we aan in een lokaal restaurantje, waar we met onze basiskennis van het cyrillische alfabet en wat handen- en voetenwerk de befaamde dumpling-achtige dingen konden bestellen. We vermaakten ons de hele dag in de stad; het was heerlijk warm en we zagen hele mooie dingen. ’s Avonds liepen we naar een gezellige straat die Tatjana ons ook had aangeraden voor avondeten. Vanwege de hevige bosbranden in Siberië hing er een dikke laag rook over de stad die zorgde voor een vervelend, drukkend gevoel tijdens het ademhalen. Ondanks dat genoten we van de toch best moderne stad en het heerlijke eten.

Na het eten gingen we weer terug naar het huis. We hadden een sleutel en code gekregen en konden daarom binnenkomen (na het lopen van weer de twaalf verdiepingen). We maakten ons alvast klaar om te gaan slapen. Het douchen was wat vreemd. We zijn gewend om een gedeelde badkamer te hebben, maar meestal deel je deze niet alleen met een gezin. Normaal gesproken deel je een badkamer wel met andere gasten, maar brengt iedereen steeds zijn eigen spullen terug. Dat was hier niet het geval en dat maakte het balanceren tussen vuile was, shampoo en handdoeken. De heerlijk warme douche na dagen niet douchen (door de treinreis) maakte echter alles goed en die avond sliepen we als roosjes. Het bed was goed en dat was fijn na nachten in de trein.
In de ochtend kwam de geur van pannenkoeken al snel onze neusgaten binnen. Deze dag gingen we met Sergei op pad richting het Baikalmeer en de omgeving en een goed ontbijtje ontbijt was dan ook wel welkom. Echt hygiënisch was het dan weer niet; het aanrecht stond nog steeds vol met alles van de dag ervoor (en misschien ook wel van de dagen dáárvoor?) en de honden schroomden niet om gezellig aan de eettafel te gaan zitten; uiteindelijk lagen zij op de stoelen en zaten wij op wat krukjes.

De trip zelf was erg goed georganiseerd. We zijn een hele dag onder de pannen geweest dankzij Sergei en ondanks zijn gebrek aan Engelse taalkennis hebben we er nog best wel wat van opgestoken. We zagen een openluchtmuseum waar een kazakdorp was nagebouwd, een aquarium, een markt en natuurlijk het bekende Baikalmeer. Tegen de avond gingen we weer lekker eten bij de gezelligste straat van Irkutsk. We vielen met een gevulde buik in slaap. De volgende ochtend stond ons een iets minder leuke verrassing te wachten. Het ontbijt van de dag ervoor was lekker, maar het ontbijt van deze ochtend was… even wennen. Over het algemeen zijn we niet zo moeilijk; we eten veel verschillende dingen en vinden het prima om nieuw eten te ontdekken. Maar ook wij hebben onze grenzen. We kregen een bordje pap voorgeschoteld. Nou zijn wij sowieso geen pap-eters, maar we hebben toch geproefd. De pap zag er niet zo lekker uit; net soort brokken met een gesmolten beetje boter in het midden. Nou zijn we echt de beroerdste niet en we wilden graag een speciaal voor ons gemaakt ontbijt opeten (dan maar doen alsóf je het lekker vindt en even door de zure appel heen bijten), maar dit kregen we niet weg. Nu was het nadeel dat Tatjana -de best Engelssprekende van het gezin- afwezig was, en we dus de boodschap aan Sergei moesten overbrengen. Gelukkig was er een Russisch- en Engelssprekende zakenman die ook bij het gezin verbleef en duidelijk kon maken aan Sergei dat we hier niet goed op gingen. Gelukkig begreep hij wel dat we het niet wegkregen, hij was vanzelfsprekend de Russische pap wel gewend. We schaamden ons een beetje en verontschuldigden ons flink. Uiteindelijk kregen we heerlijk brood met verse jam en wisten niet hoe snel we Sergei moesten bedanken.

Toen was het tijd om te gaan. We sjouwden onze koffers voor de laatste keer de twaalf trappen af en propten ze in de kleine, rode, Russische Lada. Sergei reed ons naar het drukke station, waar we weer wachtten op de volgende trein, dit keer richting Mongolië.
Wat een afsluiter van Rusland; slapen bij een Russisch gezin. Door de gesprekken die we voerden, begrepen we het mysterieuze Rusland nét iets beter en het was leuk om zo’n inkijkje te krijgen. Toch was het slapen bij het gezin niet alleen maar leuk en interessant; we vonden het ook vermoeiend. Na meer dan vijftig uur doorbrengen in een volle trein, met kleine coupés en niet echt veel voorzieningen, hakt overnachten bij een gezin er best wel in. Ja, we hadden onze eigen kamer, maar dat was het dan ook. Het ontbrak logischerwijs aan privacy en daardoor hebben we niet echt goed kunnen bijkomen van de nachten in de volle trein. We vinden B&B’s hartstikke leuk en gedeelde badkamers geen probleem, maar de chaos, rommel, het niet echt goede ontbijt, de viezigheid en het niet hebben van persoonlijke ruimte voor nog eens twee dagen, was wel vermoeiend. Interessant, maar vermoeiend dus. Met als vermoeiendste van het hele avontuur toch wel die twaalf verdiepingen die we elke keer moesten trotseren 😉
Één reactie Voeg uw reactie toe