We kwamen net uit Kuala Lumpur, de hypermoderne hoofdstad van Maleisië, die toch goed zijn eigen cultuur behoudt. Authentiek en modern zijn hier goed in evenwicht. Heerlijk!We waren destijds voor de tweede keer in Kuala Lumpur, en we vonden het evenals de eerste keer geweldig. Toch waren we toe aan rust en natuur. En dat hebben we zeker gevonden in Bukit Lawang, een dorpje in de dichtbegroeide jungle van Sumatra.
We waren in Bukit Lawang voornamelijk voor onze al van te voren geplande jungletrekking. Bukit Lawang wordt door natuurliefhebbers vaak bezocht, vanwege de orang-oetans die in de omgeving te vinden zijn. Ons leek dit natuurlijk fantastisch en daarom stond de plek ook hoog op onze bucketlist.
Toen we aankwamen regende het al uren pijpenstelen. We hadden er een busrit van zo’n acht uur opzitten. We werden naar de Ecolodge gebracht met een mooi geverfd minibusje, die van de lodge was. Er was een jungle op geschilderd, inclusief apen en vogels. Onze buschauffeur Supri was erg vrolijk. Hij zei dat het drie uur zou duren voor we aankwamen, maar het werd steeds een uurtje meer. Uiteindelijk duurde het dus acht uur. Alles rustig aan. Ach ja, we waren op reis en de weg naar de lodge toe was prachtig. We mochten zeker niet klagen ;).
Om aan te komen bij de lodge zelf, moesten we de rivier oversteken. Hiervoor moesten we over een grote hangbrug lopen. Super tof! Even maakte de harde regen niets meer uit…
Doorweekt kwamen we aan in de receptie. We checkten in, en merkten al gauw dat de mensen erg vriendelijk en open waren. Vooral de ober, die ervan genoot een woordje Nederlands te spreken. Hij had namelijk een groen, klein Nederlands woordenboekje. Hij leerde de woordjes, en oefende daarna met de Nederlandse reizigers. Inmiddels hadden we al uren niet gegeten, dus we bestelden eten. Het was heerlijk, echt Aziatisch bereid. De ober die graag Nederlands sprak, kwam al snel naar ons tafeltje. Hij had zijn woordenboek bij zich en experimenteerde met de Nederlandse taal. Hij bracht nog een drankje en hij zei met zijn Nederlandse woordenboek in de hand dingen als: ‘grote colaatje voor kleine mevrouwtje’. De rest van de avond hadden we de grootste lol, en we bestelden nog vele andere grote colaatjes :).
Er kwam ook nog een man bij ons aan tafel zitten. Hij bleek onze gids te zijn voor de jungletrekking van de volgende dag. Hij legde ons alles uit, met een grote lach op zijn gezicht. Daarnaast vertelde hij dat we moesten oppassen voor één bepaalde orang-oetan. Hij had zichzelf en enkele reizigers zelfs een keer tegen haar moeten beschermen. De littekens waren huge. Je kon de tanden die de orang-oetan in zijn been had gezet tellen.

Moe van de lange reis die we er op hadden zitten, besloten we naar onze kamer te gaan. We hadden zin in de volgende dag, al was het wel een beetje spannend.
Luxe was de kamer absoluut niet. Er waren veel scheuren op het plafond, het bed was oud en er hing een klamboe overheen. Alles was een beetje kaal, niet erg mooi en de badkamer was niet zo modern als wij dat in Nederland gewend zijn. Het bad was een teil, die je zelf tevoorschijn haalde als je je wilde afspoelen. De douche weigerde om warm water te geven. De doortrekker deed het niet. Je moest met een schepje water in de wc kieperen. Echt effectief was het niet. Douchen kon beter in de rivier, samen met de lokale bevolking.
We konden maar moeilijk slapen. Dat kwam echter niet door het ‘slechte’ bed. Dit kwam doordat we continu getik hoorden op het plafond. Wat het getik was, daar kwamen we pas die ochtend daarna achter. Aapjes renden vrolijk heen en weer. Dit maakte al die slechte nachtrust dubbel en dik weer goed. We hadden er met ons malariatabletten-hoofd niet aan gedacht dat we midden in de jungle zaten, en dat daar dus apen zijn.
Na het ontbijt was het tijd voor de jungletrekking. We kwamen orang-oetans tegen, afdrukken van berenklauwen in een boom, gibbons, mega-grote mieren en prachtige bloemen en planten. De lunch vond plaats bij een open plekje in de jungle. We zaten niet op de grond (slangengevaar) maar op lianen. Geweldig! We waren gelijk ervaringen en herinneringen rijker.
Een beetje uitgeput waren we erna wel. We hadden het warm –we kwamen terug op het warmste tijdstip van de dag- en daarom wilden we graag even afkoelen. En waar kan dat nou beter dan in de rivier naast de lodge? We wisten niet hoe snel we ons moesten omkleden en een paar minuutjes later voeren we dolgelukkig mee met de rivier. De stroming was sterk en er waren veel grote stenen in het water, maar dit maakte ons niets uit. De rivier liet ons afdalen naar een nog mooier plekje, vanwaar we het ‘parcours’ weer overnieuw konden doen. In de tussentijd waren locals hun kleren en zichzelf aan het wassen in de rivier; een erg mooi en bijzonder gezicht.
Rond zessen kleedden we ons weer om en schoven we aan in het restaurant. We bestelden nog een grote colaatje en pakten –helaas al- onze spullen.
De volgende dag gingen we weg. Wij weten het zeker:
DIT WAS EEN OVERNACHTING OM NOOIT TE VERGETEN!
Ben jij wel eens in Bukit Lawang geweest? Of heb jij een overnachting meegemaakt die je nooit zal vergeten? Laat het weten!
Oh dat is nog een vrij luxe kamer. Wij hadden een houten hut met een klein tweepersoons matras op de grond en een stang uit de muur diende als douche (met koud water). Maar het was snik heet en het was er zo mooi, dus het maakte allemaal niet uit. Die aapjes hebben wij ’s nachts ook flink gehoord.
LikeGeliked door 1 persoon
Het viel uiteindelijk best mee. Voor ons was het de eerste echt back to basic ervaring, dus het voelde niet heel luxe haha.
En inderdaad, hoe de kamer er ook uit ziet, het maakt niets uit; de dieren en het landschap maken alles goed. Ook ’s nachts op het dak 😉
LikeLike